|

Elk AA-er heeft 'zijn' verhaal. We zijn Anonieme
Alcoholisten en trachten de suggesties van AA zo goed mogelijk te volgen. Of
men 'zijn' verhaal publiek kan vertellen is telkens een afwegen van de pro's
en contra's.
AA = "Zelf nuchter blijven en anderen helpen dit te bereiken"
dmv het programma...
Elk opgenomen verhaal is de heel persoonlijke ervaring van een AA-er die
wenst nuchter te blijven en te helpen.
In tegenstelling tot de meeste teksten op deze site zouden wij het op prijs
stellen de levensverhalen niet te gebruiken zonder een berichtje te sturen aan
zodat we je vraag kunnen
doorgeven aan de schrijver ervan.
|
|
|
|
We mogen niet trots zijn op onze vuile voeten.
Het is nu eenmaal zo dat men vuile voeten krijgt wanneer men
door de modder loopt.
Het hoort bij de reis.
Het hoort bij het landschap.
Het hoort bij ons.
Toch is het heel verleidelijk om trots te zijn op onze
vernederingen.
Om trots te zijn op al de gruwelen die we hebben doorstaan.
We moeten kijken naar onze vuile voeten, kijken naar alle
tekorten die we in onszelf ontdekken omdat we geestelijk
voortgaan en ze schoonmaken met verwondering en dankbaarheid
omdat we weer iets hebben mogen leren.
|
|
|
|
|
IK BEN NIET ANDERS.
In het begin waren er vier volle jaren nodig voor AA erin
slaagde zelfs maar één vrouwelijke alcoholist bestendig nuchter te
houden. De vrouwen verklaarden dat zij anders waren.
De kunstenaars, de beroepsmensen, de rijken, de armen, de
godsdienstige, de godloochenaars, de Indianen, de Eskimo’s, de
veteranen en de gevangenen... allen zegden dat zij verschillend
waren.
Vandaag praten dezen en vele anderen, nuchter, over hoeveel wij
alcoholisten aan elkaar gelijk zijn eens dat wij moeten toegeven dat
de stoppen tenslotte doorgesprongen zijn.
Uit: De Visie van Bill. nr. 24
In het begin was ik ook 'een andere'. Ik was
anders dan de andere AA-ers. Ja, voor hen werkte dat allemaal wel,
het programma, de stappen... godbetert het 'gelukkig' nuchter zijn.
Zielig vond ik het soms, bij de rondvraag: 'Met mij gaat het goed',
'Geen last gehad met drank'. Ik geloofde hen zelfs niet. Ik was van
overtuiging dat ze zichzelf iets wijsmaakten. Dat ze een soort Goed
Nieuws Show opvoerden. 'Hoe kan het nu goed gaan zonder drank?',
dacht ik. 'Hoe kan je nu geen last gehad hebben met drank?' En
telkens zat ik daar weer op de vergadering chagrijnig en verdrietig
en vol schaamte te vertellen dat ik weer had gedronken. Die anderen,
dat konden geen echte alcoholisten zijn. Niet zoals ik. Want ik zat
pas met een echt probleem. Daar konden die onnozele tekstjes niet
zomaar iets aan veranderen. De wijze waarop ik dronk, dat was pas
drinken. Het ergste vond ik de term 'gelukkig nuchter zijn'. Hoe kon
je nu gelukkig zijn als je niet dronk. Drinken was het enige wat mij
nog restte. Zonder drank was er niets meer. De AA-ers maakten
zichzelf maar wat wijs. Daarvan was ik overtuigd.
Dat laatste was de enige juiste analyse die ik had kunnen maken: ik
was op een punt dat zonder drank er echt niets meer was. Ik bekeek
die analyse alleen vanuit een verkeerde invalshoek.
Wat heeft ertoe geleid dat ik mij langzaamaan toch als een van 'hen'
ben gaan zien? En dat die 'hen' uiteindelijk 'ons' en 'wij' is
geworden? Ik zoek me daar suf op en kan daar eigenlijk geen
duidelijk antwoord op geven. Ik zie niet een eenduidig iets wat mij
over te streep heeft getrokken. Ik denk dat ik heel langzaam aan in
het heilzame bad van AA ben ondergedompeld. Heel traag en stukje bij
beetje kregen die woorden uit het programma ook een betekenis. Iets
concreets, ja iets simpels zelfs waar ik iets kon mee doen. Het
belangrijkste was gewoon geloven wat men je zei. Gewoon luisteren en
geloven en doen wat men je zegt, zonder veel nadenken.
Ik wou dat ik het beter kon vatten, het beter kon omschrijven en
verwoorden wat er met me is gebeurd. Dan kon ik het ook beter
doorgeven denk ik soms. Ik zie het vaak zelf niet, maar ik BEN
veranderd. Ik merk het aan de manier waarop mensen met mij omgaan,
de manier waarop ze mij benaderen, rekening houden met wat ik zeg.
Ik ben een beter mens geworden. Ik spreek geen ijdele, grote woorden
meer. Als ik het ook niet weet, dan zeg ik dat. Voorheen wist ik
alles beter en niemand die desondanks naar me luisterde.
Het sleutelwoord, denk ik, om te stoppen met drinken, is geloof.
Misschien is dat de reden waarom ik niet uit mezelf ben kunnen
stoppen met drinken. Geloof is niet iets dat vanuit jezelf komt.
Geloof verwerf je in de omgang met anderen. In de waardering voor de
mensen in AA die je het voorbeeld geven. Het was gek genoeg niet
ikzelf die geloofde in mij, maar het waren de andere AA-ers die keer
op keer, onvermoeibaar hun geloof in mij herhaalden.
Het tweede sleutelwoord is nederigheid. Ook niet iets wat je van de
ene dag op de andere verwerft. Het is alleen maar door nederigheid
dat je kunt geloven dat je geen 'andere' bent, dat je bij 'hen'
hoort. Niet meer en niet minder.
.
|
|