Terug
 

Vorige Omhoog Volgende

Naar startpagina Reactie verzenden

Ontstaansfactoren: het Milieu

Bij de milieu-invloeden kan men twee aspecten onderzoeken het voorhanden zijn of de verkrijgbaarheid van alcohol, en daarnaast de sociale druk tot drinken. Dit alles wordt bepaald zowel door zeer algemene, macrosociale invloeden (cultuur, godsdienst, maatschappij...) als door de meer specifieke leefsituatie (beroep, familie...) waarin een bepaalde persoon zich bevindt, en dit laatste noemt men wel eens de microsociale invloed.
Zo is het duidelijk dat men in de westerse wereld erg tolerant staat tegenover alcoholgebruik; het drinken zit bij ons ingebouwd in talrijke tradities en gewoonten, vaak met een treffende symbolische betekenis. Heel onze cultuur bevordert de globale consumptie van deze sociaalaanvaarde drug. Op andere plaatsen, ik denk bv. aan de moslimwereld, is dat zeker niet het geval, integendeel zelfs. Vanuit een zekere taboesfeer ligt bij hen het globale alcoholverbruik heel wat lager. Wel weten we dat zij, mede vanuit hun tradities, meer problemen hebben met andere drugs.
Binnen de westerse wereld zelf zijn er ook duidelijke verschillen. De Latijnse landen zijn wijnlanden en in dit perspectief bekeken is het niet toevallig dat Frankrijk in de wereldranglijst van het alcoholverbruik bovenaan prijkt. De meer Angelsaksische landen daarentegen hadden steeds een voorkeur voor bier en gedistilleerde dranken. Ook het drinkpatroon zelf was wat verschillend; in Frankrijk waren er altijd veel stevige gewoontedrinkers, mensen die grote hoeveelheden wijn dronken maar dan gespreid over de ganse dag, terwijl het Angelsaksische drinkpatroon eerder getypeerd wordt door overmatig drinken op bepaalde momenten, waardoor men een soort piekeffecten creëert. De laatste jaren echter schijnt er een grotere gelijkvormigheid te komen, o.m. door een veramerikanisering van de algemene levensstijl, een grotere introductie van whisky, gin e.d.
Misschien mag ik ook beweren dat gedurende de laatste jaren de globale sociale druk tot drinken enorm is toegenomen en ongetwijfeld heeft dit te maken met een meer materialistische, gecommercialiseerde levensstijl. Dit wordt aangemoedigd door een tendentieuze reclame, de opdringerige sfeer bij recepties, party's en vriendenbezoeken, de toename van de vrije tijd en de 'new look' cultuur waarbij de huisbar zo centraal staat. Vaak gaat dit gepaard met een verlies of verwaarlozing van andere levenswaarden. Ongetwijfeld is het voor vele mensen hard om in onze competitiewereld te leven, moeten velen voortdurend optornen tegen stress- en frustratiegevoelens; welnu, velen denken dat alcohol een prachtig 'oplosmiddel' is voor allerlei onlustgevoelens en zij vergeten dat er nog andere mogelijkheden zijn om de alledaagse problemen te verwerken.
Men heeft steeds gezegd dat in bepaalde beroepssituaties de gelegenheid en de druk tot drinken blijkbaar groter is dan elders. Ik vernoem bijvoorbeeld de horecasector, het bouwbedrijf en destijds zeker ook het leger. In het leger waren er steeds relatief goedkope kantines en werd er dankbaar gebruik gemaakt van elke gelegenheid tot een drink. Momenteel benadrukt men veel minder de relatie tussen veel drinken en een bepaald beroep.
Rond de eeuwwisseling scheen alcoholisme enigszins gekoppeld te zijn aan armoede. Het was de tijd die inspireerde tot het ontstaan van de Volksbond, die o.m. ijverde voor het oprichten van alcoholvrije kantines.
Momenteel is het duidelijk dat alcoholisme voorkomt in alle lagen van de bevolking en is er misschien een groter verband met de zogenaamde welstand. Misschien blijft het alcoholistisch drinken binnen de hogere sociale klasse wel iets meer verborgen, omdat men daar minder snel tot opvallend sociaal disfunctioneren en gedragsproblemen komt maar ondertussen riskeren zij wel zwaardere lichamelijke weerslag door excessief drinken o.a. dikwijls ook sterke dranken. Bepaalde maatschappijveranderingen brachten ook mee dat het alcoholverbruik relatief sterker gestegen is bij vrouwen en jeugdigen, zodat deze twee groepen de laatste tijd bijzondere aandacht trekken van al wie begaan is met het alcoholvraagstuk.
Uit getuigenissen blijkt overduidelijk dat het familieleven een grote rol kan spelen in het ontstaan van alcoholisme. De drinkgewoonte van de ouders zelf kan zeer bepalend zijn voor het latere drinken van de kinderen. Wanneer men ziet dat er binnen bepaalde families duidelijk meer alcoholisme voorkomt dan in andere families moet dit niet onmiddellijk geïnterpreteerd worden als een bewijs voor erfelijkheid; dit fenomeen heeft eerder te maken met leerprocessen in de zin van imitatie en identificatie. Bepaalde studies suggereren dat zelfs de latere partnerkeuze (bv. huwen met een alcoholist) niet zo'n toeval zou zijn. Heel vaak heeft men de indruk dat huwelijks- of gezinsproblemen aan de basis liggen van overmatig drinken. Nochtans moet men opmerken dat het niet gemakkelijk is een onderscheid te maken tussen oorzaak en gevolg, m.a.w. heel wat familiale problemen zijn reeds een gevolg van het drinken en worden door de alcoholist als alibi aangegrepen om te blijven verder drinken.

uit "Als de kringloop draaikolk wordt" van Dr. Stan Ansoms