Elk moment is broos en snel voorbij. Wat verleden tijd is, kan niet worden teruggeroepen, hoe graag we dit ook willen. 

Het heden kan niet worden vastgehouden, hoe vreugdevol het ook is. 

De toekomst laat zich niet vangen, al onze wensen ten spijt. 

Wanhopig probeert de geest de rivier in bedwang te houden. 

Gefixeerd op het verleden, geobsedeerd door dingen die moeten komen, gaat hij aan de volheid van het moment voorbij. 

Wie boven conditioneringen uitstijgt, ervaart dat het Tao alom aanwezig is en dat het nu eeuwig duurt.